Een artikel over pijn, wanhoop en acceptatie van verlies.

 

‘Het komt goed’ is iets wat ik vaak om me heen hoor. Ik zeg het zelf ook wel eens. Wat we dan eigenlijk zeggen is dat we de hoop hebben dat het goed komt. Wie hoopt dat ‘het goed komt’ is natuurlijk ergens bang dat het niet zo is, dat het niet goed komt of dat het niet beter wordt.

In dit artikel wil ik graag iets toelichten over het principe van acceptatie van verlies.
Deze techniek speelt een belangrijke rol binnen de Zijnsgeoriënteerde meditatie en de trainingen van Zijn & Worden.

Een aantal jaren geleden had ik bijna elke nacht zoveel pijn aan mijn benen dat ik ervan wakker werd en vervolgens niet meer kon inslapen. Door deze korte nachten vol pijn en slapeloosheid raakte ik uitgeput. Dat heeft zo’n anderhalf jaar geduurd. Ik weet nog dat ik regelmatig de wanhoop nabij was omdat – wat ik ook deed – niets leek te helpen. Uiteindelijk vond ik de sleutel die hielp de pijn te verminderen en langzaamaan werd mijn nachtrust niet meer door de pijn gestoord. Zo kwam het toch nog ‘goed’.

Een half jaar later kwam de pijn soms weer terug. Er kwamen weer nachten dat ik ervan wakker werd. Ik merkte hoe vrees en ongerustheid zich begonnen te roeren: ‘het zal toch niet dat dit terug komt’. Ook hoop deed zich gelden: ik hoopte dat het een incident was. De terugkeer van de pijn was bedreigend voor me en ik kon merken dat ik liever deed alsof het er niet was. Doen alsof het er niet is of afleiding zoeken zijn menselijke trekjes die ons lijden willen verdringen.

Steeds draait het om de vraag of het nog wel goed zal komen.

Als ik me door hoop en vrees laat leiden dan ben ik niet zo bezig met wat er nu is, maar met wat gaat komen of hoe het was. Allerlei verhalen en scenario’s passeren. Alleen dit al, heeft geen gunstig effect op mijn welbevinden. Het maakt me angstig, gejaagd, ongerust, geeft me hoop die steeds weer ten gronde gaat en me zo weer teleurstelt. Een doodlopende weg. Hoop doet me niet leven maar vooral overleven. 

In plaats van de hoop en vrees te volgen stel ik me de vraag: wat als het niet meer goed komt? 

Aanvankelijk schrik ik, verzet ik me en nemen de verhalen in mijn hoofd toe, wordt de onrust groter en lijkt mijn leven voorbij. Zo wil ik niet leven. Ik wanhoop. Het voelt als verloren hebben. Maar tegelijk gebeurt er iets anders. Als ik dit verlies volledig toesta en dus ook toesta dat het niet goed hoeft te komen, komt er een diepe rust over me. Ik voel me ineens bevrijd. Het gevecht tussen hoop, vrees en wanhoop in mij stopt. Of het goed komt weet ik niet en dat is ook niet zo belangrijk meer. Belangrijk is dat ik er mee ben. Het is geen probleem en dat geeft rust en vrede. Natuurlijk is het fijn als het ‘goed komt’ maar het is geen moeten meer. Dat haalt de druk van de ketel. Het komt mijn welbevinden ook ten goede, ik ervaar zelfs een diep gevoel van vreugde en geluk. 

Als ik in hoop en vrees terecht kom is die vreugde ver te zoeken en raak ik verstrikt en gevangen in alle verhalen. Wat nog erger is, is dat ik mezelf kwijt raak en dat de pijn, moeheid en alles eromheen mij gaan bepalen. Boeddha zei ooit eens: rule your mind or your mind will rule you.

Ik kan kiezen tussen het pad van wanhoop en geluk.

Het hoeft niet goed te komen, dat is een diep verlies wat ik neem. Het is niet makkelijk, maar het bevalt me beter dan de paden van hoop, vrees en wanhoop in te slaan. Ik blijf bij mezelf en dat is heerlijk. De pijn is al erg genoeg en mijn houding van hoop en vrees maakt het alleen maar erger.

Er gebeurt ook nog iets anders. Iets wat ik al weet maar het is zo overduidelijk.

Ik bén niet mijn lichaam, ik bén ook niet de pijn. Lichaam en pijn zijn tijdelijke verschijningen, net als mijn gedachten en gevoelens erover. Ik ben ‘slechts’ de waarnemer en de waarnemer heeft geen pijn. Alle ervaringen krijgen het karakter van een droom: ze zijn vluchtig, net als het hele leven. Ze komen en gaan. Zo is het open, licht en zorgeloos.

Elk verzet maakt deze verschijningen meer solide en daardoor een stuk zwaarder. Ik kan aan de verschijningen of inhouden (gedachten, wanhoop, pijn, gevoelens, enzovoorts) niet zoveel doen maar des te meer heb ik zeggenschap over hoe ik ze benader. Mijn ‘verlies nemen’ is iets wat ik actief kan doen en het maakt me vrij, rustig en zelfs gelukkig. Het maakt ook dat ik niet zo gericht ben op oplossen, maar geïnteresseerd raak in waar het vandaan komt en wat het me te zeggen heeft. Het maakt ook dat ik nadenk over goede zelfzorg en gezonde zelfliefde. 

Ik kom zo ook in contact met de diepe waarheid in dit leven, namelijk dat het een strijd is die we nooit kunnen winnen. Alles wat we denken te bezitten zal uiteindelijk verdwijnen. Niets blijft hetzelfde en alles verandert. Daarin meegaan maakt het leven makkelijker dan daar tegen te vechten. 

Ik hoef niet te vechten tegen iets wat ik toch niet kan winnen of hooguit tijdelijk kan ‘oplossen’.

Het betekent niet dat ik passief word en geen acties onderneem om te genezen. Natuurlijk doe ik dat, maar het heeft een totaal andere smaak. Namelijk de smaak van vrijheid en openheid. Het belangrijkste is zo al gedaan! Het is al Goed.

Ik ben benieuwd of je iets herkent en of er dingen zijn waar jij tevergeefs tegen vecht? 

Liefs,

Michaël. 

 

Ps: Als je jouw houding in het leven belangrijk vindt, en bereid bent om alle hechtingen los te laten, is de Jaartraining wellicht iets voor jou. Zie hier alle info, video’s en artikelen over de Jaartraining Werken met emoties.